Rond sinterklaas werk ik vaak in een cirquit-vorm waarbij verschillende onderdelen aan bod komen. Zo ook deze verschillende dobbelspelen
Bij het eerste spel kiezen de leerlingen allemaal 1, verschillend, personage. De leerlingen gooien met 2 dobbelstenen (om te differentiëren kan je er 1 gebruiken voor aanpak 1 leerlingen of meerdere dobbelstenen voor leerlingen van aanpak 3, hiervoor heb je wel homogene groepen nodig).
De leerlingen gooien om de beurt met de dobbelstenen, de leerling met de meeste ogen mag een pakketje inkleuren. Wie als eerst de rij boven zijn of haar personage vol heeft, heeft gewonnen.
Het tweede spel is ook een spel met dobbelstenen. Dit spel kan individueel gespeeld worden. De leerlingen gooien met twee dobbelstenen bijvoorbeeld: Op de eerste dobbelsteen verschijnt een 5, dan kleur je bij de eerste kolom 5 sinterklazen, op de tweede dobbelsteen verschijnt een 2, dan kleur je in de eerste kolom 2 sinterklazen. Daarna schrijft de leerling de som op 5+2=7.